maandag 5 oktober 2009

Het Kyoto protocol Europa 202020 en de ccc

Naar aanleiding van de lessen pav moeten wij nu het Kyoto protocol bespreken.


Wat is het Kyoto protocol?


Het Kyoto Protocol is een internationaal verdrag dat de uitstoot van broeikasgassen terug moet dringen. Deze gassen zijn (mede)verantwoordelijk voor de opwarming van de aarde. Het Kyoto Protocol kwam in 1997 tot stand, op een klimaatconferentie in Kyoto.


Doelstellingen


In de periode 2008-2012 moet de mondiale uitstoot van broeikasgassen met gemiddeld 5,2 procent worden teruggedrongen in vergelijking met 1990. Voorlopig werd afgesproken dat de geïndustrialiseerde landen, opgesomd in de zogenaamde Annex I-lijst, deze doelstelling bereiken. Verschillende landen moeten verschillende doelen halen. De VS moeten hun uitstoot verminderen met 7 procent, Japan met 6 en Europa met 8 procent.



De Kyoto-overeenkomst treedt pas in werking als 55 landen die gezamenlijk goed zijn voor minstens 55 procent van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen, het verdrag ratificeren. Omdat de VS als grootste vervuiler is afgehaakt, moesten alle andere grote geïndustrialiseerde landen wel meedoen. Pas toen Rusland in november 2004 besloot het verdrag te ratificeren, kon het verdrag 90 dagen later in werking treden. De datum van inwerkingtreding werd gesteld op 16 februari 2005.


Inmiddels nemen 170 landen deel aan het Kyoto protocol.


Kyoto 202020


De Europese Unie moet tegen 2020 de uitstoot van schadelijke broeikasgassen met 20% terugdringen, het energieverbruik met 20% doen dalen en het aandeel hernieuwbare energie tot 20% optrekken. Bovendien moet 10% van de brandstof van de transportsector uit biobrandstof bestaan. Indien er op de milieuconferentie van Kopenhagen eind dit jaar een wereldwijd klimaatakkoord wordt afgesloten, wil de Commissie zelfs 30% minder uitstoot waarborgen.


Hoe wil de EU die doelstellingen bereiken?


2.2.1 Emissierechten
Het Commissievoorstel herzag de emissiehandelsrichtlijn. Tot nu toe werden de emissierechten (recht om een bepaalde hoeveelheid C02 uit te mogen stoten) gratis aan bedrijven toegekend. Indien ondernemingen rechten over hadden of behoefte hadden aan extra rechten, dan konden die rechten verhandeld worden. De prijs werd vastgesteld via de markt van vraag en aanbod.



Vanaf 2013 zou, volgens het Commissievoorstel, de vervuilende industrie echter voor de volgende keuze worden gesteld: productiemethodes aanpassen of extra belastingen betalen, in de vorm van het aankopen van uitstootrechten op een veiling. De opbrengst van die veiling wordt herverdeeld onder de EU-lidstaten en moet geïnvesteerd worden in hernieuwbare energiebronnen.



Elektriciteitscentrales moeten meteen de volle pot betalen. Andere energie-intensieve sectoren, zoals chemie en staal, krijgen een deel van de emissierechten gratis omwille van de internationale concurrentie en om een massale verhuis naar continenten waar de CO2-uitstoot geen politieke prioriteit is tegen te gaan. Dat gratis aandeel vermindert geleidelijk en verdwijnt in 2020.



Landbouw, bouw, transport en diensten vallen buiten de emissiehandel en krijgen nationale doelstellingen voor CO2-uitstoot mee. Voor de hele EU moet er een daling van 10% komen in vergelijking met 2005.



2.2.2 Hernieuwbare energie
Een ander belangrijk luik is hernieuwbare energie. De 27 lidstaten zullen fors moeten investeren in o.a. wind-, zonne-energie en biomassa om tegen 2020 20% meer alternatieve energie te verkrijgen. Een beperkt deel van de doelstelling mag gehaald worden uit een handel in uitstootrechten. Landen die een gering potentieel hebben en waar de kost van hernieuwbare energie hoogt ligt (cfr. België), kunnen zo elders goedkopere rechten kunnen kopen.



Volgens de Commissie heeft Europa er alle baat bij om resoluut voor hernieuwbare energie te gaan. Het is immers de ideale manier om de energie-import af te bouwen. Europa koopt nu de helft van haar energie buiten de EU aan.


CCC (Copenhagen Climate Conference)


Alle geïndustrialiseerde landen moeten in Kopenhagen 25 tot 40 procent emissiereductie tussen 1990 en 2020 aanvaarden.


Geheel van overige landen (ontwikkelingslanden, gedragen door opkomende economieën) moet in Kopenhagen besluiten tot 15 tot 30 verlaging toename van de uitstoot van broeikasgassen tussen 1990 en 2020.

Volledig stoppen ontbossing, nu nog verantwoordelijk voor 20 procent van de mondiale CO2-uitstoot, naar 2020. Hiertoe moet in Kopenhagen een krachtig financieringsmechanisme worden overeengekomen.


In Kopenhagen moeten concrete afspraken worden gemaakt over de vrije uitwisseling van technologieën. Hiermee kunnen landen elkaar helpen ambitieuze emissiedoelen te bereiken en gezamenlijk het pad van duurzame, CO2-arme, economische ontwikkeling in te slaan.


De internationale gemeenschap moet in Kopenhagen toezeggen elk jaar tenminste (een inflatie gecorrigeerd bedrag van) 50 miljard dollar uit te geven aan adaptatie, zodat de schade van klimaatverandering wereldwijd zoveel mogelijk kan worden beperkt.


Gaat dit lukken?


Ja, als (bijna) alle landen enthousiast meedoen dan is dit zeker haalbaar.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten